vet is belangrijk
|

Super Vet…

De één houdt van een mooie vetrand aan een stukje vlees, want vet geeft smaak. De ander eet het liever mager. Welke vetten bevat ons vlees en waarom zijn ze zo belangrijk voor ons lichaam?

Vetten zijn ontzettend waardevol voor ons lichaam. Ze werken als brandstof, zorgen voor communicatie, bescherming, leveren vitaminen en ze zijn belangrijk voor het goed functioneren van onze hersenen. Er zijn verschillende soorten vetten: verzadigde vetzuren en onverzadigde vetzuren.

Verzadigde vetzuren hebben bij kamertemperatuur een vaste vorm en oxideren niet. Met oxideren bedoelen we dat er geen of amper reactie plaatsvindt met zuurstof (denk aan ijzer dat roestig wordt, of roomboter dat ranzig wordt). Verzadigd vet is daarom heel geschikt om in te bakken en te braden (zelfs frituren), denk aan ossewit , gesmolten rundervet of reuzel, ze geven veel smaak aan het eten. Verzadigd vet zorgt er voor dat de vitamines die in vet oplossen (vitamine A, D, E en K) goed op hun plek komen. De vaste vetten hebben we nodig voor een gezonde hart-, lever- en longfunctie, zenuwsignaaloverdracht en ze ondersteunen het immuunsysteem. Onze hersenen bestaan voor het grootste gedeelte uit vet. Daar wordt ons ‘honger- en verzadigingsgevoel’ via hormonen geregeld. Een tekort aan vet, betekent dat we ons minder snel verzadigd voelen en meer gaan eten.

Onverzadigde vetten kunnen we verdelen in enkelvoudig- en meervoudige onverzadigde vetzuren. Enkelvoudige zijn ook wel bekend als omega-9 vetzuren. Omega-9 vetzuren zijn goede plantaardige vetten en helpen om ons cholesterol gehalte te laten dalen. Het bekendste voorbeeld is olijfolie. Denk er wel om, dat deze producten zo onbewerkt mogelijk zijn, om er zoveel mogelijk levenskracht en gezondheidsvoordelen uit te halen. Maar uiteindelijk geldt dat ‘natuurlijk’ voor alle producten.

Meervoudig onverzadigde vetten kunnen we verdelen in de omega-6 en omega-3 vetzuren. Sommige hiervan zijn cruciaal voor ons functioneren. Ze hebben net als de omega-9 een goede invloed op ons cholesterol.

Omega-6 – Ontstekingsremmend en ontstekingsbevorderend

Omega-6 vetzuren kunnen worden omgezet in zowel ontstekingsremmende als ontstekingsbevorderende vetzuren. We krijgen via onze voeding veel omega-6 binnen (denk aan margarine, halvarine, bak-, braad- en bakkersproducten). Afhankelijk van onze lichamelijke (en mentale) conditie, hoort ons lichaam zelf te regelen of er ontstekingsremmende omega-6 vetzuren worden aangemaakt, of juist de ontstekingsbevorderende. Bij bijvoorbeeld een ernstige verwonding, is het erg belangrijk dat we ontstekingsbevorderende vetzuren hebben om te kunnen overleven: het zorgt bij een ontstekingsreactie voor afweer en reparatieprocessen, onderhoudt een ontsteking, stimuleert bloedstolling en zorgt voor het nauwer worden van de bloedvaten. Wanneer er geen aanleiding is om in ‘ontstekingsstand’ te komen, dan is dit een gevaarlijk proces en een voorbode van Westerse ziektebeelden.

Omega-3 is essentieel voor ons lichaam en krijgen we alleen via onze voeding binnen

Omega-3 vetzuren kunnen worden verdeeld in drie typen vetzuren: ALA, EPA en DHA. (Om het enigszins eenvoudig te houden, noemen we hier alleen de afkortingen, maar die zijn natuurlijk goed na te zoeken). ALA is essentieel, ons lichaam kan het niet zelf maken en daarom is het van belang dat we dit vetzuur voldoende via onze voeding binnen krijgen. Voorbeelden van goede bronnen zijn lijnzaadolie (veel ALA), vlees, melk en groene bladgroenten. Ons lichaam kan ALA omzetten in EPA en/of DHA, het gaat dan wel om kleine hoeveelheden. EPA en DHA staan bekend als visvetzuren, maar komen ook (in kleinere hoeveelheden) voor in eieren en gras gevoerd vlees. De vissen halen deze vetzuren uit algen en plankton. Omega-3 wordt gevormd in het chloroplasma van groene planten en algen (dus voornamelijk in bladrijke delen van planten). Maar ALA zit dus ook in roodvlees. Omega-3 vetzuren verkleinen het risico op hart- en vaatziekten, dragen bij aan een gezonde bloeddruk, aan positieve effecten bij gedragsstoornissen, helpen bij slecht leergedrag, depressiviteit en dementie.

Balans nodig tussen Omega-6 en Omega-3

Omdat we tegenwoordig zoveel omega-6 binnenkrijgen, is de balans met omega-3 zoek. We staan daardoor continu in ontstekingsstand, terwijl dat niet nodig is (bloeddruk, bloedstolling, vernauwde bloedvaten). Omega-3 remmen het ontstekingsproces af. Vroeger was de verhouding tussen omega-6 en omega-3:  4:1, tegenwoordig 10 tot 20 : 1. De mooiste verhouding zou zelfs 2 tot 4 :1 moeten zijn. Rundvlees bevat ongeveer 40 mg omega-3 per 100 gram. Wanneer de koeien gras hebben gegeten of in de natuurgebieden hebben geleefd, dan loopt dit op tot ruim 80 mg per 100 gram vlees.

Wanneer koeien, kippen, varkens veel granen (denk aan maïs en soja) te eten krijgen, krijgen ze veel koolhydraten binnen. Dieren slaan deze koolhydraten uit granen op als vet in het onderhuids bindweefsel, als een overbodige brandstof. De granen zijn een bron van omega-6 vetzuren, welke ontstekingen bevorderen. Wanneer we vlees eten van dieren die vooral met granen zijn gevoerd, worden wij ook ontstekingsgevoeliger.

Dieren kunnen ook een bron zijn van onverzadigde vetzuren. Wanneer de dieren een natuurlijke leefwijze hebben. Naast natuurlijke voeding, gras- en kruidenland, natuurgebieden, geen kunstmest en gifvrij, heeft ook de zon een belangrijke functie in het vormen van die goede vetten, net als bij het proces van die groene blad planten. Een goede bodem levert dus gezonde planten, welke zorgen voor gezonde dieren, gezonde dieren geven hun mest met voedingsstoffen weer terug en aan ons…. gezonde melk en natuurvlees.

Vergelijkbare berichten