Schotse Hooglander Hereford met kalfje
| |

Biologisch; zo geregeld toch?

De regering is zich ervan bewust dat de landbouw voor een grote opgave staat rondom klimaat, natuur, waterkwaliteit en dierenwelzijn. Minister Adema heeft daarom in december vorig jaar een plan geschreven om biologische productie en consumptie te stimuleren. Hij wil het biologische landbouwareaal versneld laten groeien van 4% (in 2021), naar 15% in 2030. Hier kan ons bedrijf aan bijdragen: wanneer onze dieren en percelen (en daarna die van onze ”collega” boeren waar we Schotse Hooglanders en Herefords van kopen) als biologisch gekwalificeerd kunnen worden zou daarmee al een flinke bijdrage worden geleverd aan het doel van de minister. Aangezien dit om duizenden hectares gaat.

Je zou verwachten dat we, op basis van de manier waarop we onze dieren houden en de wijze waarop we onze graslanden/natuurgebieden onderhouden en bemesten,  het label “biologisch” makkelijk zouden moeten kunnen krijgen.  Onze dieren lopen namelijk al het hele jaar buiten, bemesten zelf de grond (geen gebruik van kunstmest) en ze eten van het gras en de kruiden die er groeien. (Extra) voer wordt bij ons niet verstrekt, dit gebeurt bij biologisch wel in de vorm van krachtvoer. Aan de basiseisen van het biologisch boeren wordt dus voldaan, we gaan zelfs op een aantal fronten verder dan SKAL* eist.

Dus vol goede moed pakken we de website van SKAL erbij om te kijken naar de eisen en de kosten. Een enorme hoeveelheid aan pagina’s met informatie, eisen, voorwaarden en toelichtingen. Het kost veel moeite de voor ons van toepassing zijnde info te filteren. Terwijl we bezig zijn met het maken van een checklist vragen we ons een aantal keer hardop af hoe lastig dit voor andere boeren moet zijn. Het is een heel doolhof…

Uiteindelijk hebben we het meeste op een rijtje. Het is nu een document geworden van bijna 5 A4-tjes met daarin de stappen die doorlopen moeten worden, de eisen die worden gesteld aan het bedrijf en een overzicht van de kosten. Allemaal vrij helder, op 1 ding na: de zogenaamde “omschakelperiode”. Dit is de periode van minimaal 2 jaar die doorlopen moet worden om van niet biologisch naar biologisch over te stappen: eerst 1 jaar voor de percelen en daarna 1 jaar voor de (vlees)dieren. Omdat wij echter al jaren voldoen aan de gestelde eisen lijkt deze periode onnodig, dus zoeken we verder naar mogelijkheden dit te versnellen. Dat kan, maar dan moeten er monsters van de percelen worden genomen. We besluiten hierover even te bellen met SKAL. Omdat wij alleen al 47 percelen hebben is het namelijk wel belangrijk te weten hoeveel monsters er moeten worden genomen; steekproef of elk perceel? De kosten per monster bedragen namelijk maar liefst €567! 

Een lang gesprek met een medewerker van SKAL maakt duidelijk dat de huidige regels onvoldoende rekening houden met onze situatie. Er kan vooraf namelijk niet gezegd worden hoeveel monsters er genomen moeten worden, dit moet door een inspecteur tijdens het eerste bezoek worden bepaald. Dit bezoek (€111 per uur) vindt plaats na aanmelding (€314) en beoordeling van het verzoek (€55,50). Omdat inschatting van bemonsterkosten onmogelijk is volgens de medewerker is er eigenlijk geen andere keus dan het reguliere traject van 2 jaar omschakelen….. 

Jammer dat de regelgeving op dit vlak tekort schiet, terwijl er een streven is te groeien van 4 naar 15% van de landbouw. Verplicht moeten omschakelen terwijl er van omschakelen geen sprake is. Wij en onze collega boeren houden hun dieren al decennia op meer dan biologische wijze in onbewerkte en onbemeste (natuur) gebieden. Waarom investeren in iets wat je al bent? Wat krijg je er voor terug? Voor wie doe je dit?

We melden ons dus voorlopig niet aan. We boeren verder op de manier zoals we dat al jaren doen; met respect voor dier, natuur en milieu. Zonder biologisch keurmerk, dus je mag zelf oordelen: voldoen we aan jouw eisen voor biologisch?

*SKAL: controlerende en certificerende autoriteit van de biologische sector in Nederland, aangewezen door ministerie van LNV

Vergelijkbare berichten